Lees voor

Bosbouwkundig teeltmateriaal

Bosbouwkundig teeltmateriaal moet bij het in de handel brengen in de EU voldoen aan bepaalde eisen. Deze eisen staan beschreven in EU Richtlijn 1999/105/EG betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal

Aanvullend staan voorwaarden beschreven in het Keuringsreglement en beleidsregels Naktuinbouw. De plantgezondheidseisen zijn altijd van toepassing.

Als materiaal niet gebruikt wordt als bosbouwkundig teeltmateriaal dan moet dat materiaal voldoen aan de eisen voor sierteeltgewassen.

Veelgestelde vragen (FAQ)

Welke gewassen moeten aan de voorwaarden voor bosbouwkundig teeltmateriaal voldoen?
  • Abies alba, Abies cephalonica Loud.
  • Abies grandis Lindl.
  • Abies pinsapo Boiss.
  • Acer platanoides L.
  • Acer pseudoplatanus L.
  • Alnus glutinosa Gaertn.
  • Alnus incana Moench.
  • Betula pendula Roth
  • Betula pubescens Ehrh.
  • Carpinus betulus L.
  • Castanea sativa Mill.
  • Cedrus atlantica Carr.
  • Cedrus libani A. Richard
  • Fagus sylvatica L.
  • Fraxinus angustifolia Vahl.
  • Fraxinus excelsior L.
  • Larix decidua Mill.
  • Larix x eurolepis Henry
  • Larix kaempferi Carr.
  • Larix sibirica Ledeb.
  • Picea abies Karst.
  • Picea sitchensis Carr.
  • Pinus brutia Ten.
  • Pinus canariensis C. Smith
  • Pinus cembra L.
  • Pinus contorta Loud.
  • Pinus halepensis Mill.
  • Pinus leucodermis Antoine
  • Pinus nigra Arnold
  • Pinus pinaster Ait.
  • Pinus pinea L.
  • Pinus radiata D. Don
  • Pinus sylvestris L.
  • Populus spp. en kunstmatige hybriden van die soorten
  • Prunus avium L.
  • Pseudotsuga menziesii Franco
  • Quercus cerris L.
  • Quercus ilex L.
  • Quercus petraea Liebl.
  • Quercus pubescens Willd.
  • Quercus robur L.
  • Quercus rubra L.
  • Quercus suber L.
  • Robinia pseudoacacia L.
  • Tilia cordata Mill.
  • Tilia platyphyllos Scop
Kan ik niet-bosbouwkundig teeltmateriaal ook onder dezelfde voorwaarden verhandelen?

Elke lidstaat kan toestemming geven voor bepaalde soorten om materiaal in passende hoeveelheden in de handel te brengen voor niet-bosbouwkundig teeltmateriaal (NBBK). Nederland geeft toestemming voor Fagus en Carpinus. Dit zijn gewassen die veel voor haagaanplant gebruikt worden.

Wat moet ik doen als ik Fagus of Carpinus wil uitzaaien met beoogd gebruiksdoel bosbouwkundig teeltmateriaal?

Dan moet er een inzameldocument (eigen inzameling) of een leveranciersdocument NBBK aanwezig zijn.

Koopt u zaad in uit andere EU-landen? Dan moet er een document bij dit zaad te zijn wat aangeeft dat het voor niet-bosbouwkundige doeleinden is. Kiest u ervoor om Fagus en Carpinus voor NBBK op te zetten? Dan maakt u tijdens de administratieve controle aantoonbaar dat het materiaal wat u kweekt ook daadwerkelijk verkocht wordt voor haag.

Waar kan ik EU Richtlijn 1999/105/EG bosbouwkundige teeltmateriaal vinden?

De actuele versie van de Europese Unie wet- en regelgeving vindt u op Eur-lex.europa.eu. Om de juiste informatie te vinden, zoekt u met de naam of het nummer van de wet- of regelgeving op deze website.

Waar kan ik het Keuringsreglement en beleidsregel vinden?

Het Keuringsreglement en beleidsregel voor Nederland ligt vast in de Zaaizaad- en plantgoedwet. De actuele versie van de Nederlandse wet- en regelgeving vindt u op wetten.nl. Om de juiste informatie te vinden, zoekt u met de naam van de wet- of regelgeving op deze website.

Hoe kan ik mij aanmelden dat ik voornemens ben boomzaden te verzamelen?

Voorgenomen inzamelingen geeft u op via mijnNaktuinbouw. Lees in de Handleiding Bosbouwkundig teeltmateriaal hoe dit werkt. Alleen voor vooraf aangemelde partijen zaden kunnen wij een officieel herkomstdocument (basiscertificaat) opmaken. Dat document heeft u nodig om de zaden te kunnen verkopen of uit te zaaien.

Hoe gaat het inzamelen van boomzaden precies?

In de Circulaire zaadinzameling 2024 staat waar, wat, hoe en wanneer er geraapt mag worden. Ook is beschreven welke documenten en etikettering noodzakelijk is.

Welke informatie moet ik aan Naktuinbouw verstrekken om keuring op de voorwaarden aan bosbouwkundig teeltmateriaal mogelijk te maken?

Voor iedere perceel/partijopgave opgave voor gewaskeuring is de volgende informatie nodig:

  • partij/bed nummer
  • aantal
  • kg uitgezaaid
  • geslacht/ soort
  • aantal bedden
  • lengte bedden
  • leeftijd
  • basiscertificaatnummer
  • herkomst
  • Certificering ja/nee
Waaruit bestaat de keuring van bosbouwkundig teeltmateriaal door Naktuinbouw?

Tijdens een keuring kijkt uw Naktuinbouw-keurmeester naar de aantallen geplant/gezaaid op basis van tellen/schattingen. U heeft een labeling/goed kwekerijboek van de partijen die u heeft opgeven voor de keuring. Ook controleert de keurmeester de aanwezigheid van de certificaten van het uitgezaaide of geplante materiaal.

In de loods / kuil en bij levering moeten de partijen voorzien zijn van een etiket. Hierop staan minimaal deze gegevens:

  • Soort
  • Basiscertificaatnummer
  • Herkomstgebied
  • Partijnummer
Hoe verkrijg ik een leveranciersdocument voor bosbouwkundig teeltmateriaal?

Voor het maken of laten maken van leveranciersdocumenten bent u vrij in uw keuze. Dit mag u zelf doe; via uw huisdrukker, toeleverancier of via mijnNaktuinbouw. Let op: de documenten die u zelf maakt of laat maken, moeten vooraf door Naktuinbouw geautoriseerd zijn.

Wat moet ik op de verzendlijst zetten?

Op de verzendlijst moet de staan: “tenzij anders aangegeven, zijn de planten op deze lijst, die onder de richtlijn (1999/105/EC) vallen, niet bedoeld voor bosbouwdoeleinden”

Wordt er materiaal verkocht aan bijvoorbeeld spillenkwekers voor opzet van onderstammen? Dan kan dit ook zonder leverancierscertificaat geleverd worden mocht de afnemer hier geen behoeft aan hebben. Partijen hebben dan wel een onderliggend basis/leverancierscertificaat op het bedrijf van de leverancier.

Welke documenten heb ik nodig bij het in het verkeer brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (BBK)?

Basiscertificaat:
Deze wordt afgegeven door Naktuinbouw voor Zaad en Stek Richtlijn- niet richtlijn soorten (conform de richtlijn 1999/105/EG)

Leverancierscertificaat:
Dit is een begeleidend certificaat voor zaad en planten. Het basiscertificaatnummer is leidend. Dit certificaat is een document van de leverancier.

Welke documenten heb ik nodig bij het in het verkeer brengen van Niet-bosbouwkundig teeltmateriaal (NBBK)?

Inzameldocument NBBK:
Dit wordt afgegeven door Naktuinbouw. Inzameling voor NBBK dient in het programma SPB te worden ingevoerd. Naktuinbouw geeft hier goed- of afkeuring voor.

Leveranciersdocument NBBK:
Dit is het document dat gebruikt wordt als zaden worden verhandeld.

Hoe moet het plantenpaspoort eruit zien?

In verordening 2017/2313/EU zijn de vormvoorschriften voor het plantenpaspoort aangegeven met een aantal voorbeelden. De vorm en grootte mogen afwijken, u kunt dus zelf kiezen voor lettertype en grootte. Wat verder van belang is: de informatie moet zichtbaar zijn, met blote oog leesbaar, geplaatst in rechthoekige of vierkante vorm, gescheiden van andere aanduidingen en afbeeldingen. De onderdelen met letters A, B , C en D moeten herkenbaar zijn.

Welke kleur gebruik ik voor de lay-out op het plantenpaspoort?

Hiervoor verwijzen we u naar het verordening 2017/2313/EU.
Citaat: The flag of the Union may be printed in colour, or in black and white, either with white stars on black background or vice versa.

Het belangrijkst is de vlag van de EU.

De vlag van de EU moet duidelijk herkenbaar zijn. Dit wil zeggen; een rechthoekige vorm met 12 sterren geplaatst in een cirkel. Het heeft de voorkeur de vlag af te beelden in blauw met gele sterren. Andere variaties zijn echter ook mogelijk. Bijvoorbeeld:

  • zwart-wit
  • wit-zwart
  • in twee contrasterende kleuren (bijvoorbeeld een achtergrond kleur waarop een silhouette van de EU vlag wordt gedrukt)

De tekst op het plantenpaspoort moet duidelijk leesbaar zijn. Er is hierover geen kleur voorgeschreven.

Wat verstaan we onder botanische naam?

Botanische namen kunnen bestaan uit 1 deel (geslacht), 2 delen (geslacht + soort) of 3 delen (geslacht + soort + cultivar).
Verordening 2017/2313/EU spreekt over 'botanische naam van de plantensoorten of taxa...' en facultatief de naam van de variëteit.

De botanische naam bij de letter A op het plantenpaspoort van een individuele plant is minimaal op geslachtsniveau, maar mag met de soort en ook cultivar/variëteit worden uitgebreid.

Zorg dat u de juiste botanische naam gebruikt. Hiervoor gebruikt u de database Searchplant

Wat is het land van oorsprong bij zaden?

Achter letter 'D' komt de tweeletter-code van het land van oorsprong: een EU-lidstaat of een derde land. We spreken over een derde land als het materiaal van buiten EU is geïmporteerd. Vermeld de letters NL als het een Nederlands product is.

Komt het materiaal uit meerdere landen? Dan noteert u deze allemaal bij 'D', gescheiden door een komma. Om te controleren welke code u voor welk land moet gebruiken, raadpleegt u de Landenlijst ISO-code van de NVWA.

Mag een plantenpaspoort handgeschreven zijn?

Ja dit mag onder de volgende voorwaarden:

  1. Het sjabloon is geprint met de EU vlag, letters A, B, C en D, het woord Plant Passport en eventueel een kader. Hierbij zijn de juiste vlakken open om ingevuld te kunnen worden.
  2. De tekst is in blokletters geschreven
  3. Deze werkwijze is opgenomen in de Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort
Wat moet ik regelen om zelf mijn plantenpaspoort aan te mogen brengen?

Let op, alleen een plantenpaspoort autoriseren is niet voldoende. Lees: Wat is een plantenpaspoortautorisatie? voor alle voorwaarden.

Voor het zelf aanbrengen van een plantenpaspoort kan Naktuinbouw u autoriseren. Vul het aanvraagformulier Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort digitaal in en stuur het ons per e-mail toe. Zorg ervoor dat u de juiste voorbeelden van de gebruikte plantenpaspoort uitingen (bv. hoes, steeketiket, etc.) als bijlagen meestuurt. Dit mag een foto zijn van de vorm waarin u het plantenpaspoort gaat gebruiken. Zorg ervoor dat deze duidelijk in beeld zijn. Zo kunnen wij de gegevens van het plantenpaspoort controleren. Ook moet het duidelijk zijn op welke producten u het plantenpaspoort gaat gebruiken. Bijvoorbeeld een foto van het steeketiket, tray of hoes.

Gebruikt u plantenpaspoorten die hetzelfde zijn, maar is alleen de botanische naam (bij A) anders? U hoeft dan niet elke naam aan ons voor te leggen. Controleert u dan zelf of de naam die u wilt gaan gebruiken juist is. Hiervoor gebruikt u de database Searchplant

U wordt door Naktuinbouw geautoriseerd na het doorlopen van de volgende stappen :

  1. Verificatie van de door u opgegeven informatie bij de aanvraag
  2. De keurmeester uw bedrijf heeft bezocht en heeft geconstateerd dat u aan alle voorwaarden voldoet
  3. Beoordeling van de plantenpaspoort voorbeelden die u wilt gaan gebruiken

Voor het volledig invullen van de autorisatie is ook het fytosanitair registratienummer en het Naktuinbouw relatienummer nodig. Zorg er dus voor dat u deze klaar hebt liggen.

Hoe vraag ik een verklaring aan voor mijn boomkwekerijgewas?

Met dit formulier vraagt u een verklaring aan voor uw boomkwekerijgewas.

Welke uitzonderingen zijn er voor de plantenpaspoortplicht?
  • Verkoop direct aan de niet-commerciële eindgebruiker. Dat betekent dat er bij verkoop vanuit bijvoorbeeld een tuincentrum of winkel aan de particuliere consument geen plantenpaspoort meer bij het product hoeft te zitten. Bij verkoop op afstand (webshop) is een plantenpaspoort wel verplicht.
  • Vervoer van ‘planten bestemd voor opplant’ binnen en tussen bedrijfsruimten van hetzelfde bedrijf in Nederland.
Wat kost het werken met het plantenpaspoort?

Voor de kosten van het plantenpaspoort en bijbehorende inspectiekosten verwijzen wij naar onze tarieven.

Let op: elke locatie van uw bedrijf wordt tenminste eenmaal per jaar bezocht.

Meer informatie over onze tarieven en hoe deze tot stand komen.

Wat is een plantenpaspoortautorisatie?

Plantenpaspoortplichtige producten kunnen alleen in het verkeer worden gebracht met een goedgekeurd en geldig plantenpaspoort. Bedrijven mogen dit zelf doen als zij voldoen aan Reglement bedrijfsautorisatie plantenpaspoortafgifte voor het grondgebied van de Europese Unie. Als u hieraan voldoet dan kunt u de Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort aanvragen. Bij deze aanvraag geeft u aan welk format plantenpaspoort u wilt gaan gebruiken. Let op, voordat u zelf 'dagelijks' plantenpaspoorten mag maken

en aanbrengen wordt dit beoordeeld. De keurmeester zal uw bedrijf bezoeken en zal een gewasbeoordeling en een administratieve controle uitvoeren. Op basis hiervan wordt besloten of u geautoriseerd wordt. Hiervan ontvangt u een door Naktuinbouw ondertekende verklaring.

Vanaf dat moment voert Naktuinbouw jaarlijks een administratieve controle om vast te stellen of u nog steeds voldoet aan de voorwaarden voor deze autorisatie. Daarnaast komt de keurmeester tenminste eenmaal per jaar op het perceel een keuring uitvoeren, maar de rest van het jaar bent u zelf verantwoordelijk.

Ik importeer vanuit een land buiten de Europese Unie (EU). Mag ik aan dat materiaal een plantenpaspoort bevestigen?

Nee!

Bij import van plantenpaspoortplichtige producten stelt het land buiten de EU een fytosanitair certificaat (FC) op en stuurt dat met de zending mee. Bij import in de EU voert de keuringsdienst een controle op het FC en een importinspectie uit. Als het materiaal voldoet aan alle eisen voor de EU, dan kan de importeur over het materiaal beschikken. Vanaf dat moment mag een plantenpaspoort gebruikt worden.

Waar moet ik aan denken bij traceerbaarheidscode?

Traceerbaarheidscode is de code die tracering binnen de eigen bedrijfsadministratie mogelijk maakt. We denken hierbij aan een uniek partijnummer. Dit kan heel goed hetzelfde nummer zijn, dat u ook vermeldt op het leveranciersdocument.

Mag ik het plantenpaspoort combineren met een leveranciersdocument?

Nee, in principe mag dit niet. Alleen in uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om het leveranciersdocument te gebruiken als plantenpaspoort. Belangrijk is dan dat:

  • Het plantenpaspoort op het leveranciersdocument in het voorgeschreven format wordt gebruikt.
  • Alle producten in één vervoersmiddel op hetzelfde moment vervoerd moeten worden. Is dit niet het geval? Dan moeten er net zoveel plantenpaspoorten als vervoersmiddelen worden gebruikt.
  • Het leveranciersdocument vast zit aan de handelseenheid (niet separaat!)

Let op, andere lidstaten kunnen hier anders mee omgaan!

 

Wat moet er op het plantenpaspoort-PZ staan?

In deel B van de bijlagen van 2017/2313/EU staan voorbeelden van  plantenpaspoorten. De geest van de wet is dat de paspoorten de informatie bevatten die in de verordening wordt vermeld en dat paspoorten in de praktijk bij deze lay-outs aansluiten.
Dit zijn de vaste elementen op het plantenpaspoort-PZ:

  • in de linkerbovenhoek: de EU-vlag (in kleur of zwart-wit)
  • in de rechterbovenhoek: het woord Plant Passport-PZ met daar rechtonder een referentie naar het naar het specifieke organisme waarvoor het plantenpaspoort van toepassing is. Zijn er meer organismen van toepassing, dan mogen deze worden opgesomd en gescheiden door een komma
  • Eventueel mag voor Plant Passport-PZ, Plantenpaspoort-PZ worden toegevoegd gescheiden door een forward slash (/)
    Dus Plantenpaspoort-PZ / Plant Passport-PZ
  • 'A' + botanische naam
  • 'B' + ISO-code lidstaat, koppelteken, fytosanitair registratienummer
  • 'C' + traceerbaarheidscode 
  • 'D' + ISO-code land van oorsprong/productie, ook als dit Nederland is.

 

Hoe geef ik aan voor welk organisme het plantenpaspoort-PZ van toepassing is?

Er zijn twee opties:

  1. De volledige wetenschappelijke naam
  2. De EPPO code

U kiest welke van deze twee opties u wilt gebruiken.

Zijn meerdere organismen van toepassing dan mogen deze worden opgesomd.

Welke landen voor welk specifiek organisme een bescherming willen, kunt u in register Eisen en coderingen voor beschermde gebieden op de website van de NVWA raadplegen.

Wetenschappelijke naam

In kolom 'Organismen' van het register Eisen en coderingen voor beschermde gebieden leest u de wetenschappelijke naam van de huidige organismen. Voor deze organismen zijn er op dit moment landen of landen met gebieden die extra bescherming vragen.

EPPO-code

In kolom 'EPPO-code' van het register Eisen en coderingen voor beschermde gebieden leest u de EPPO-code van de huidige organismen. Voor deze organismen zijn er op dit moment landen of landen met gebieden die extra bescherming vragen.

U kunt natuurlijk ook de website van EPPO zelf raadplegen.

Mogen gewassen die wel en niet aan specifieke PZ-eisen moeten voldoen op hetzelfde plantenpaspoort?

Ja, gewassen met specifieke PZ eisen en gewassen zonder PZ eisen mogen op één plantenpaspoort staan.

Let op, hier speelt mogelijk ook het leveranciersdocument als drager van het plantenpaspoort een rol.

Welke landen zijn of hebben gebieden waarvoor een plantenpaspoort-PZ van toepassing kan zijn?

Dit kunt u in het register Eisen en coderingen voor beschermde gebieden op de website van de NVWA raadplegen.

Wie moet aan de administratieve verplichtingen voldoen?

Iedereen die geregistreerd is, moet aan de administratieve verplichtingen voldoen. Welke verplichtingen dit zijn leest u bij; Aan welke administratieve verplichtingen moet ik voldoen?

Daarnaast moeten ook andere ondernemers zoals hoveniers en winkeliers (verkooppunten van eindproducten aan consumenten) aan de administratieve verplichtingen voldoen. U administreert van uw toeleverancier voor elke geleverde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke leverancier het gaat. De gegevens op de leveringsnota of factuur zijn voldoende, mits inzichtelijk gesorteerd.

Aan welke administratieve verplichtingen moet ik voldoen?

Dit delen we op in vier delen, namelijk; inkoop, verkoop, plantenpaspoortafgifte en vervangen van het plantenpaspoort

Inkoop

Eindproduct

U administreert van uw toeleverancier voor elke geleverde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke leverancier het gaat. De gegevens op de leveringsnota of factuur zijn voldoende.

Teeltmateriaal

Het gaat om materiaal waarmee u verder gaat telen. U administreert van uw toeleverancier voor elke geleverde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke leverancier het gaat. Daarnaast bewaart u de gegevens zoals deze op het plantenpaspoort van uw leverancier staan bij ABCD. Het plantenpaspoort zelf bewaren mag natuurlijk ook

Verkoop

U administreert van uw klant voor elke geleverde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke klant het gaat. De gegevens op de leveringsnota of factuur zijn voldoende.

Plantenpaspoortafgifte

Dit is van toepassing op geregistreerde bedrijven met een Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort. Maar ook op bedrijven die het plantenpaspoort laten afgeven door de bevoegde autoriteit.

U neemt op in uw administratie:

  1. U administreert van uw toeleverancier voor elke geleverde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke leverancier het gaat. De gegevens op de leveringsnota of factuur zijn voldoende.
  2. U administreert van uw klant voor elke geleverde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke leverancier het gaat. De gegevens op de leveringsnota of factuur zijn voldoende.
  3. U zorgt dat traceerbaar is welke partij het betreft. Wat de botanische naam, origine en traceringscode is en waar de productie en of het handelsproces heeft plaatsgevonden.

Vervangen van het plantenpaspoort

Dit is van toepassing op geregistreerde bedrijven met een Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort. Maar ook voor bedrijven die het plantenpaspoort laten afgeven door de bevoegde autoriteit.

U bewaart de gegevens zoals deze op het plantenpaspoort van uw leverancier staan bij ABCD. Het plantenpaspoort zelf bewaren mag natuurlijk ook.

Waarom een fytosanitair registratienummer?

Door de EU-Plantgezondheidsverordening 2016/2031/EU (Plant Health Regulation in het Engels) mag ieder bedrijf slechts één keer met een officieel, uniek, fytosanitair registratienummer worden geregistreerd.
Om de lasten voor het bedrijfsleven zo laag mogelijk te houden, is er een nationaal gezamenlijk systeem van de keuringsdiensten en de NVWA . Dit is gekoppeld aan de inschrijving bij de KvK. Zo hoeft een bedrijf zich maar éénmaal te melden bij een loket (keuringsdienst). 

Hoe geef ik wijzigingen door?

Geef een wijziging bij de KvK altijd door aan de administratie van Naktuinbouw. Dit geldt ook voor andere wijzigingen die te maken hebben met uw bedrijfsgegevens. Stuur hiervoor een e-mail. Geef in de mail duidelijk aan welke gegevens wijzigen.

Moet elk gewas/teelt op mijn bedrijf een ander plantenpaspoortnummer hebben?

Nee. Ieder bedrijf heeft één officieel, nationaal fytosanitair registratienummer. U gebruikt dus één registratienummer voor alle gewassen/teelten van uw bedrijf.  Op het plantenpaspoort staat het fytosanitair registratienummer bij B. Daarnaast staat bij C een traceerbaarheidscode code die u zelf mag aanbrengen. Deze code is natuurlijk niet steeds hetzelfde. 

Waar vind ik meer informatie over de organismen met de status: Quarantaine, Protected zone quarantaine of RNQP?

Een handige zoektool naar meer informatie is Gereguleerde ziekten en plagen opzoeken op de website van de NVWA.

Wat staat er op het plantenpaspoort?

De formats van de paspoorten vloeien voort uit uitvoeringsverordening 2017/2313/EU.
De gepresenteerde formats zijn voorbeelden waaraan een plantenpaspoort moet voldoen. In deel A van de bijlagen van 2017/2313/EU staan voorbeelden van gewone plantenpaspoorten. De geest van de wet is dat de paspoorten de informatie bevatten die in de verordening wordt vermeld en dat paspoorten in de praktijk bij deze lay-outs aansluiten.
Dit zijn de vaste elementen op het plantenpaspoort:
• in de linkerbovenhoek: de EU-vlag (in kleur of zwart-wit)
• in de rechterbovenhoek: het woord Plant Passport

  • Eventueel mag voor Plant Passport, Plantenpaspoort worden toegevoegd gescheiden door een forward slash (/)
    Dus: Plantenpaspoort / Plant Passport

• 'A' + botanische naam
• 'B' + ISO-code lidstaat, koppelteken, fytosanitair registratienummer
• 'C' + traceerbaarheidscode
• 'D' + ISO-code land van oorsprong/productie, ook als dit Nederland is.