Publicatiedatum: 2 december 2024
Beeld: ©EPPO / David Caffier
Hoewel Cff een EU-quarantaine-organisme is, gelden er geen aanvullende eisen bij import van waardplanten, anders dan dat deze producten vrij moeten zijn van Cff. Dat betekent dat het verzendende land bepaalt hoe het garandeert dat de partij vrij is. Er hoeft ook geen bijschrijving over Cff opgenomen te worden op het fytosanitaire certificaat. Cff kan symptoomloos voorkomen in planten en zaden en daardoor niet opgemerkt worden bij een visuele- of veldinspectie. Zo kan het gebeuren dat er geïnfecteerd materiaal voor import wordt aangeboden, hoewel vrij bevonden op basis van een dergelijke inspectie. Cff kan wel betrouwbaar worden aangetoond met behulp van een laboratoriumtoets.
Om nieuwe uitbraken te voorkomen zal de NVWA vanaf begin 2025 een groot aantal importzendingen van zaden van Phaseolus vulgaris en P. coccineus onderwerpen aan een laboratoriumtoetsing. Deze twee Phaseolus soorten vallen onder art. 72 van de Plantgezondheidsverordening (Verordening (EU) 2016/2031) en zijn inspectieplichtig. Tijdens de reguliere inspectie wordt steekproefsgewijs een aanvullende bemonstering uitgevoerd.
Inspecteurs nemen monsters van zendingen die vanuit landen buiten de EU naar Nederland komen. Dit doen ze in de vorm van steekproeven. Minimaal 50% van de zendingen met zaden van Phaseolus vulgaris en Phaseolus coccineus van alle herkomsten worden onderzocht op de aanwezigheid van Cff. Indien een derde land op het fytosanitaire certificaat van export heeft verklaard dat alle partijen in de zending zijn getoetst op Cff en hiervan zijn vrij bevonden, kan de zending buiten de steekproef vallen. Een laboratoriumattest is niet voldoende, de verklaring moet opgenomen zijn op het fytosanitaire certificaat.
Andere soorten uit het genus Phaseolus zijn niet 100% inspectieplichtig. Geef bij de aangifte in CLIENT-Import* daarom altijd de geslachts- en soortnaam op om te voorkomen dat uw zending onnodig in de bemonsteringssteekproef valt. Partijen die op basis van enkel de geslachtsnaam worden ingevoerd kunnen in de steekproef vallen omdat er sprake kan zijn van producten die de NVWA moet inspecteren. Partijen die in de steekproef vallen kunnen bemonsterd en getoetst worden, ook als het niet om Phaseolus vulgaris en P. coccineus gaat.
*CLIENT-Import is het systeem waarin bedrijven aangifte doen van importzendingen.
NVWA beschouwt elk fytosanitair certificaat, dus elke zending, als een eenheid. Voor de steekproeven maakt NVWA gebruik van CLIENT-Import. Dit systeem selecteert willekeurig een fytosanitair certificaat. De inspecteur bemonstert vervolgens willekeurig een van de partijen die hoort bij dat certificaat. Die partij toetst NVWA op de aanwezigheid van Cff.
Het toetsen van een monster kan 3 tot 6 weken duren. Het kan langer duren als er veel zendingen het land binnenkomen. De bemonsterde zaadpartij wordt in die periode vastgelegd. Ook gerelateerde zaadpartijen legt NVWA vast, tenminste alle P. vulgaris en P. coccineus zaadpartijen die onder hetzelfde fytosanitair certificaat vallen.
U mag geen handelingen uitvoeren aan het materiaal, tenzij NVWA daar toestemming voor geeft. U mag de partij niet (laten) vervoeren, bewerken of verpakken. Ook mag u geen andere aanvullende monsters van deze partij nemen. U mag alleen handelingen verrichten die nodig zijn om de houdbaarheid van het product te garanderen. Vraag op de inspectielocatie na wat er mogelijk is.
Is de uitslag van de toets negatief? Dan is er geen Cff aangetroffen en mag u de zending invoeren. Is de uitslag van de toets positief? Dan worden er maatregelen opgelegd en mag de partij niet ingevoerd worden.
Blijkt uit beide toetsen dat een partij besmet is? Dan moet deze worden vernietigd of retour gestuurd naar het land van verzending. Een Cff-vondst heeft ook gevolgen voor de andere partijen zaad die onder hetzelfde fytosanitair certificaat vallen. De importeur kan dan uit de volgende 3 opties kiezen:
U mag alleen partijen invoeren waar geen Cff op is aangetroffen. Een Cff vondst bij import kan leiden tot een vervolgonderzoek. Ook kunnen er maatregelen volgen voor partijen met dezelfde moederplanten die tot een ander fytosanitair certificaat behoren.
Als importeur betaalt u de kosten van de monstername en het laboratoriumonderzoek.
Andere EU lidstaten hebben vergelijkbare maatregelen genomen of zullen deze instellen. De Europese Commissie zal dit mogelijk vastleggen in een tijdelijke verordening. Hierin wordt vastgelegd dat lidstaten op dezelfde wijze een import monitoring toetsing uitvoeren, ofwel dat er toetsverplichtingen voor zaad zullen gelden in landen van herkomst voorafgaand aan export naar de EU. Het is mogelijk dat in deze verordening ook andere vlinderbloemigen worden toegevoegd aan de maatregelen. Deze EU harmonisatie vindt waarschijnlijk gedurende de eerste helft van 2025 plaats.
Consumenten en bedrijven kunnen contact opnemen met het Klantcontactcentrum van de NVWA.
Bron: NVWA