Wijziging noodmaatregelen Xylella fastidiosa vanaf 1 juli 2025

Publicatiedatum: 21 februari 2025

Om de introductie en verspreiding van Xylella fastidiosa, een prioriteitsorganisme, te voorkomen gelden er in de EU noodmaatregelen. Deze maatregelen zijn nu gewijzigd. Vanaf 1 juli 2025 gelden er extra vereisten (toetsverplichting en traceerbaarheidscode) voor nieuwe risicoplanten.

Sinds 2017 gelden er in de EU noodmaatregelen om de introductie en verspreiding van Xylella te voorkomen. Deze maatregelen, vastgelegd in EU-verordening 2020/1201, zijn sindsdien meerdere keren gewijzigd op basis van nieuwe inzichten. De noodmaatregelen zijn geëvalueerd, wat heeft geleid tot nieuwe voorstellen. Deze voorstellen zijn door de Europese Commissie geïmplementeerd en op 27 september 2024 vastgelegd in nieuwe wijzigingen gepubliceerd in verordening 2024/2507.

Vanaf 1 juli 2025 extra vereisten voor nieuwe risicoplanten

In de wijzigingen zijn onder andere nieuwe waardplanten toegevoegd aan de lijst van waardplanten met verhoogd risico op verspreiding van Xylella fastidiosa. Het gaat om Lavandula angustifolia, Lavandula x intermedia, Lavandula latifolia, Lavandula stoechas en Salvia rosmarinus.

Voor deze planten zijn vanaf 1 juli 2025 de aanvullende eisen van kracht:

een toetsverplichting voor de eerste keer dat het product in het verkeer wordt gebracht.
een traceerbaarheidscode (C) op het plantenpaspoort voor zowel handel tussen professionele marktdeelnemers als materiaal bestemd voor de eindconsument.

Deze eisen gelden nu al voor Coffea, Lavandula dentata, Nerium oleander, Olea europaea, Polygala myrtifolia en Prunus dulcis.

De wijziging over toetsverplichting geldt ook voor derde landen die planten exporteren naar de EU. Vanaf 1 juli 2025 wordt hier bij import op gecontroleerd.

Wat betekent dit voor u?

Brengt u voor het eerst deze gewassen in het verkeer? Houd dan rekening met het volgende:

Materiaal ontvangen voor 1 juli met een plantenpaspoort hoeft niet nogmaals getoetst te worden voordat deze opnieuw van een paspoort worden voorzien..
Dit is ook van toepassing op materiaal afkomstig is van import (uit derde landen)
Moederplanten moeten bij de start worden getoetst. Dit is geldig tijdens gehele levensduur van de moederplant.
Stekken en vervolgstekken van getoetste moederplanten hoeven niet getoetst te worden, mits de traceerbaarheid geborgd is.
Locaties met teelt uit zaden voortgekomen planten worden jaarlijks getoetst.

Wat zijn de gevolgen voor levering op het Verenigd Koninkrijk?

De toetseisen voor Lavandula en Salvia zijn strenger dan de huidige voorwaarden voor export naar het Verenigd Koninkrijk (VK). Daardoor voldoen we voor bovenstaande Lavandula- en Salvia-planten aan de eisen van het VK.

Er hoeft voor deze planten niet apart bemonsterd te worden. Ze hoeven ook niet meer opgenomen te worden in een register. Voor andere soorten van Lavandula dan bovengenoemd, moeten planten voor export nog wel afkomstig zijn van een perceel wat is bemonsterd en onderzocht op Xylella fastidiosa. Bedrijven kunnen zich hiervoor melden bij Naktuinbouw.

Voor meer informatie kunt u terecht bij uw bedrijfskeurmeester of stuur een e-mail met uw vraag.

Terug naar overzicht