Voor het verleggen van zendingen binnen Nederland verandert er voorlopig niets aan de werkwijze. Op ICT-gebied is er wel een aanpassing. Uw aanvraag in CLIENT Import wordt doorgestuurd naar TRACES. Dit gaat automatisch en hier merkt u niets van
Nee, dat is iets wat internationaal geregeld moet worden en iets dat langere tijd in beslag zal nemen. Staat volledig los van dit traject van e-phyto.
Zie hiervoor de website van de NVWA.
Een elektronisch certificaat is een gegevensbestand (bijvoorbeeld in XML) dat fytosanitaire garanties van een bepaalde zending planten of plantaardige producten bevat. Dit gebeurt volgens internationale normen die betrekking hebben op:
Een pdf (van een papieren certificaat) is geen elektronisch certificaat, we spreken dan van een gedigitaliseerd certificaat.
De Europese Commissie heeft de verzekering gegeven dat certificaten beschikbaar blijven, ook als het certificaat na tien jaar nog nodig is. Ook nationaal wordt onderzocht hoe we certificaten - waarvoor dat nodig is - lange tijd beschikbaar kunnen houden. Bijvoorbeeld op basis van labeling van productsoort, waarbij certificaten van bijvoorbeeld hout of zaaizaden een langere bewaartermijn krijgen dan snijbloemen.
Een e-phyto kan in een leesbare vorm worden weergegeven om te worden afgedrukt. Zo’n afdruk is echter pas een geldig certificaat als deze is voorzien van een waarmerkstempel en handtekening van een bevoegd fytosanitair inspecteur. Tijdens de importinspectie kan de keurmeester het elektronische fytosanitaire certificaat controleren.
Ieder land kan op zijn eigen wijze leesbare afdrukken van elektronische certificaten maken, maar deze moeten altijd voldoen aan de internationale normen, met een vastgestelde volgorde van de verschillende tekstvakken.
De afdruk van het elektronische certificaat in Nederland is de weergave uit ons nationale systeem. De afdruk ziet er anders uit dan bijvoorbeeld een pdf uit Traces NT of een pdf uit het land van export. Echter, al deze (licht) verschillende weergaven moeten allemaal voldoen aan de internationale standaarden.
Nee, dat gaat gefaseerd. In de overgangsperiode lopen er dus enige tijd twee processen naast elkaar. De huidige papieren en de elektronische. Dat is helaas niet te voorkomen. Elektronische fytosanitaire certificaten vervangen papieren certificaten. Landen kunnen er dus voor kiezen om alleen nog elektronische certificaten te versturen naar landen die dat accepteren.
De NVWA en de keuringsdiensten stellen noodprocedures op in geval van storingen.
Op basis van een aantal kenmerken kan/moet de aangever in CLIENT import de aangifte koppelen aan het elektronische certificaat. TRACES is voor ons helemaal geen partij. De gegevens uit CLIENT import gaan automatisch naar TRACES (TNT) toe. Wij doen in Nederland niets in TNT zelf. Ook een CHED is voor import in Nederland niet van toepassing dat is alleen aan de orde als het via een andere EU-lidstaat binnenkomt.
Nee, dat hele proces zijn we nu aan het inregelen. Als het voor één land kan, kan het ook voor alle andere landen. Het is dan dus een kwestie van 'de knop omzetten'.
Nederland heeft in de meeste landen een landbouwraad zitten. Zij kunnen u waarschijnlijk verder helpen.
In sommige gevallen kan dit voldoen. Zie website NVWA.
Let op! Als er sprake is van inspectieplicht, dan moet er altijd inspectie plaatsvinden. Enige uitzondering is producten die vallen onder reduced checks. Het gaat dan om import van snijbloemen uit bepaalde bestemmingen. Als het gaat om producten waarvoor vanaf 14 december 2019 een fytosanitair certificaat verplicht is zonder bijzondere eisen zijn er twee opties:
Het fytosanitair certificaat bewaart u minimaal drie jaar in uw administratie. U hoeft het document dus niet in te sturen naar de keuringsdienst. De NVWA kan komen controleren of u aan de bewaarplicht voldoet.
Nee, als een zending is vastgelegd mag u niet over de zending beschikken. Is de zending vastgelegd omdat er uitsluitend een (juist ingevuld) kopie van het fytosanitair certificaat afwezig was bestaat wel de mogelijkheid een vrijgave op kopie aan te vragen Onder bepaalde voorwaarden krijgt u dan toestemming om wel over de zending te kunnen beschikken.
Naktuinbouw kan het fytosanitair certificaat in dit soort gevallen aan u teruggeven om een nieuw juist fytosanitair certificaat aan te vragen.
Allereerst controleert u of er sprake is van inspectieplicht. Gebruik hiervoor het register Certificaat- en inspectieplichtige producten bij import (NVWA).
Komt uw product voor in dit register, dan meldt u uw product aan in CLIENT Import.
In de loop van 2020 wordt voor deze producten 1% van de zendingen geïnspecteerd. Er wordt dan gecontroleerd of het fytosanitair certificaat aanwezig is en of er geen schadelijke organismen aanwezig zijn. Het fytosanitair certificaat wordt door de keurmeester ingenomen, maar u kunt de keurmeester vragen om een copy-conform ten behoeve van re-export.
CLIENT Import is een softwarepakket wat veelal gekoppeld is aan een douane aangiftesysteem. Er is geen webapplicatie van. Er zijn softwareleveranciers die u kunnen helpen een oplossing te vinden voor uw bedrijf. Aangifte via CLIENT Import (NVWA).
Als de zending is goedgekeurd, komt er automatisch een digitale inklaringscode (P2-code) naar de aangever toe. Als dat niet het geval is, kunt u contact opnemen met de planning. Zij kunnen nakijken wat de mogelijke oorzaak is dat de code niet verstuurd is.
Kopieer de aanvraag van het te vervangen certificaat. Pas de IBP productgroep aan naar "waarmerken replacement". Voer eventueel de wijzigingen door, sla die op en open op tabblad ‘documenten’ keuzevelden. Voer hier het certificaatnummer en de waarmerkdatum van het te vervangen certificaat in.
Dit certificaat kunt u omruilen voor een nieuw certificaat. Maak op gebruikelijke wijze een nieuw (juist) certificaat op en vraag een inspectie aan. Geef tijdens de inspectie het oude foutieve certificaat en het nieuwe certificaat aan de keurmeester. De keurmeester neemt het oude in en waarmerkt het nieuwe. Let wel op de geldigheid van een certificaat.
Nee, deze ontvangt u niet. De documenten die u gewend was te ontvangen zijn ingeruild voor één goedkeuringsbrief. Alleen als uw fytosanitair certificaat niet in e-CertNL is aangevraagd, ontvangt u nog een gestempeld sjabloon.
Ja, wij proberen zoveel mogelijk deze situatie te voorkomen en met u samen te werken zonder uw aanvraag af te keuren. Mocht dit echter wel het geval zijn, moet u uw aanvraag opnieuw doen.
Nee, dat kan niet. Voor elk certificaat moet u een aparte aanvraag indienen.
U kunt zelf uw reden specificeren in het vrije tekstveld. Als het voor ons niet duidelijk is, nemen we contact op met u.
De zendingen waarvan de inspectie verlegd wordt naar een andere EU idstaat moeten voorzien zijn van een Europees fytosanitair vervoersdocument (M99-formulier). Een zending vanuit een andere lidstaat ontvangt u met een Europees fytosanitair vervoersdocument of een CHEDD. In de andere lidstaat wordt in ieder geval een document- en overeenstemmingscontrole gedaan. Dat is vergelijkbaar met de huidige document- en omvangscontrole (= identiteitscontrole). Aanvullend doet u in Nederland een aanvraag in CLIENT Import voor een materieelonderzoek ofwel een fysieke inspectie. Natuurlijk is het ook mogelijk dat alle controles in de andere lidstaat worden gedaan. Met het Europees fytosanitair vervoersdocument of de CHEDD kunt u dan aangifte doen bij de Douane.
Naktuinbouw zal de aanvraag afkeuren en de kosten voor het eventuele inspectiebezoek in rekening brengen. De aangever dient een nieuwe en juiste aangifte te maken voor de goede locatie zodat de NVWA op de hoogte is.
Met opmerkingen van uw klant in het ontvangende land kunnen we niets. Heeft u een officieel schrijven van de NPPO van het ontvangende land? Dan kunt u dit naar de planning sturen. Zij vragen de NVWA dan ernaar te kijken. De NVWA voert mogelijke aanpassingen direct door.
Als deze wijzigingen bekend zijn (gemaakt) bij de NVWA wel. Maar niet alle wijzigingen zijn altijd bekend bij de NVWA. Weet u de wijzigingen wel? Stuurt u dan een officieel schrijven van de NPPO van het ontvangende land of een link naar de betreffende wettekst naar de planning. Zij vragen de NVWA dan ernaar te kijken. De NVWA voert mogelijke aanpassingen direct door.
Er wordt gesproken van ‘voortkweking’ als het teeltmateriaal betreft. ‘Sierdoeleinden’ wordt gebruikt voor de overige gebruiksdoelen.
‘Visueel vrij’ wil zeggen dat er geen zichtbare organismen aanwezig mogen zijn. ‘Praktisch vrij’ wil zeggen dat het heel beperkt aanwezig mag zijn. Echter elk land heeft organismen benoemd die voor dat land Q-organismen betreft. Hiervoor geldt een nultolerantie. Deze organismen staan ook op de handwijzer genoemd.
Dan is export van dat product naar de bestemming waarschijnlijk niet mogelijk. In sommige gevallen kan een partij bemonstering en laboratoriumonderzoek nog als alternatief gebruikt worden.
Fouten in het register kunt u melden bij uw bedrijfskeurmeester of bij de planning.
Nee, dat gebeurt niet automatisch. Bij het aanmelden van de exportbemonstering geeft u aan of Naktuinbouw na de geldigheid automatisch weer een monster moet komen nemen of niet.
Als er door het Verenigd Koninkrijk (VK) geen eisen worden gesteld over bijvoorbeeld de teeltomgeving of de teeltomstandigheden, dan worden deze producten gewoon mee-geïnspecteerd. Het enige verschil is dat u in e-CertNL wel moet aangeven wat de juiste herkomst is. Stelt het VK wel eisen over bijvoorbeeld de teeltomgeving of de teeltomstandigheden? Dan moet er een pre-exportcertificaat vanuit de andere lidstaat meegestuurd te worden. Op basis hiervan kan de exportinspectie hier afgerond worden.
Voor sommige producten hebben bepaalde derde landen eisen op gebieds- of landvrijheid of op de teeltomstandigheden. Die kunnen niet altijd verklaard worden door het exporterende land. Komt het product uit een andere EU-lidstaat? Dan moet er een pre-exportcertificaat opgemaakt worden in het land van teelt. De verklaringen op dit pre-exportcertificaat zijn dan de onderbouwingen voor de afgifte van een fytosanitair exportcertificaat. Het kan gaan om materiaal uit een andere EU-lidstaat via Nederland naar een derde land, maar ook vanuit Nederland via een andere EU-lidstaat naar derde land.
Fytosanitair gezien is er geen grens is tussen Noord-Ierland en Ierland. De goederen worden behandeld als goederen voor de interne markt. Gaan er plantaardige producten via het VK naar Noord-Ierland of Ierland? Dan wordt dit gezien als vrij handelsverkeer en is een EU-plantenpaspoort voldoende. Gaat er handel van Noord-Ierland en Ierland naar het vaste land van het VK? Dan wordt dit als export (en dus import in het VK) gezien. Houd hierbij wel de Douaneregels in acht.
Ja, maar de landen van herkomst moeten wel bepaalde verklaringen aan DEFRA hebben aangegeven. Als ze dat niet hebben gedaan dan is export van deze producten niet mogelijk. Het gaat om de items B2-B3-B4 uit de landeneisen. A phytosanitary certificate may not include the official statement referred to in unless the national plant protection organisation of the country of origin has previously provided the national plant protection organisation of the United Kingdom with written details of the place(s) of production.
Op de site van DEFRA staan de landen vermeld die een verklaring hebben ingediend. Houd dit dus goed in de gaten om problemen te voorkomen.
Ja, voor deze landen gelden ook fytosanitaire eisen. Zie landeneisen.
Op de website van de NVWA staan de regels die gelden voor verpakkingsmateriaal van hout. Het VK werkt conform de ISPM 15-eisen.
Er is ook hiervoor een inspectie en een fytosanitair exportcertificaat nodig. Er komen dus extra stappen in het logistieke proces bij. Dat is niet te voorkomen. Naktuinbouw doet er alles aan om het logistieke en administratieve proces zo simpel mogelijk te houden.
De producten moeten bij elkaar staan en inspecteerbaar zijn. Dat lukt dus niet vanuit de auto. Dat moet in een loods met voldoende licht.
De naam van het teeltgebied kan op het tabblad orderregel bij de certificaatkenmerken ingevuld worden in het veld "naam kweker" of de productomschrijving. Dan komt het op het certificaat te staan. Het is niet mogelijk het in de bijschrijving opgenomen te krijgen.
Jazeker, er is een blanco csv VK.csv beschikbaar. Over de werking van csv-upload staat elders op onze site meer beschreven.
De IBP productgroep geeft de aard van het product en het type inspectie aan. Het kwalificatiesysteem van Naktuinbouw FZI is hierop gebaseerd. Als het gaat om export naar het VK, kies dan in CBN (bomen jonge planten) en CST (snijbloemen -potplanten) altijd voor 'export sierteelt VK (Brexit)' of 'export voorraadregister compartiment CKB'. Ook als er boomkwekerijmaterialen in de zending zitten. In de voorraadkeuringen-applicaties geldt hetzelfde. Kies hier voor 'export Brexit voorraadregister CKB - CKS'. Hierdoor is voor de planning duidelijk zichtbaar dat het om export naar het VK en/of voorraadkeuring gaat.
Alle aanvragen moet u via e-CertNL opmaken, zowel voor de inspectie als voor het certificaat. Als u nog geen ervaring hebt met dit systeem, kunt u op onze website veel informatie vinden. Daarnaast bieden we ook trainingen hiervoor aan.
Voor alle planten bestemd voor de eindgebruiker van Ajuga, Begonia, Crossandra, Dipladenia, Euphorbia pulcherrima, Ficus, Hibiscus, Mandevilla en Nerium oleander is het zo dat voor het VK de driewekelijkse controle niet meer nodig is. Het moet uit de verpakking en/of bloemontwikkeling duidelijk zijn dat het het bestemd is voor verkoop aan de consument. Voor het VK wordt de compartimentscontrole vervangen door een exportinspectie en een exportcertificaat. Voor handel naar Ierland en Zweden is de driewekelijkse controle wel nog nodig. Als bedrijven echter niet aan de compartimentscontrole willen of kunnen voldoen, is een partij-inspectie een optie om aan de eisen te voldoen. Hiervoor dient een pre-exportcertificaat opgemaakt te worden waarop de dekkingen van deze eisen verklaard worden.
Echter voor teeltmateriaal van Ajuga, Begonia, Crossandra, Dipladenia, Euphorbia pulcherrima, Ficus, Hibiscus, Mandevilla en Nerium oleander geldt dat het VK een eis heeft dat de plaats van productie elke drie weken vrij is bevonden van Bemisia. Dit houdt in dat voor teeltmateriaal van deze producten er aan de eisen van het plantenpaspoort PZ Bemisia moet worden voldaan. zie ook Register beschermde gebieden eisen en coderingen. Dit houdt in dat we bij deze bedrijven wel de compartimentscontrole moeten blijven uitvoeren. Hier is een partij-inspectie geen vervangende mogelijkheid, maar een verplichte aanvulling. Er moet altijd een exportinspectie plaatsvinden. Voor teeltmateriaal uit andere lidstaten geldt dat aangetoond moet worden dat het product aan de eisen voldoet. Dit kan met een officiële verklaring uit de EU-lidstaat (pre-exportcertificaat). Zie ook landeneisen VK sierteelt/boomkwekerij.
EU-plantenpaspoorten die aangebracht zijn op producten vanuit de EU naar het VK worden verstuurd, hebben in het VK geen officiële status meer. U bent echter niet verplicht om die paspoorten te verwijderen.
Dit staat elders op onze site beschreven in het kader van handel van EU-materiaal het Verenigd Koninkrijk.
Ja, het is mogelijk voor niet-Nederlands materiaal een pre-exportcertificaat op te maken als de benodigde verklaring is gebaseerd op een behandeling, verwerking of toets die in Nederland heeft plaatsgevonden.
Stuur een mail naar de helpdesk met de gewenste verklaringstekst(en) en om welke product(en) het gaat. Dit wordt voorgelegd aan de NVWA en zij kijken of deze verklaringsteksten toegevoegd kunnen worden aan e-CertNL.
Nee, een pre-exportcertificaat uit een andere EU-lidstaat kan niet overgezet worden naar een Nederlands pre-exportcertificaat.
Uit het systeem komt een handwijzer. Daarop staat wat nodig is om de eisen te kunnen dekken. Deze dekkingen toont u tijdens de waarmerking van het pre-exportcertificaat. Een dekking kan ook de fysieke inspectie zijn maar vaak is dat niet nodig.
Nee, het kan op wit A4 papier geprint worden.
Nee, het is niet mogelijk om voor een grote partij een pre-export certificaat op te maken en die grote partij in gedeelten af te zetten middels afschrijven op het pre-exportcertificaat. Bij elke zending hoort een pre-exportcertificaat.
Nee, dat is afhankelijk van de verklaringen die de exporteur aanvinkt. Deze keuze bepaalt welke dekkingen nodig zijn om aan die eis te voldoen. Meestal is een inspectie niet noodzakelijk en voegt deze niets toe.
Dit moet de exporteur bij zijn importeur in de EU-lidstaat achterhalen. Welke verklaring heeft de importeur in de andere lidstaat nodig om de zending te exporteren naar het derde land? Er worden geen pre-exportcertificaten afgegeven zonder verklaringen, die hebben namelijk helemaal geen nut en waarde.
Nee, de afgifte van een pre-exportcertificaat valt altijd in de steekproef. Dan worden ook alle onderliggende eisen en dekkingen gecontroleerd.
Als de producten al geïnspecteerd zijn, kan het waarmerken ook op afstand. We hebben hierin nu twee opties:
Staan deze locaties niet in e-CertNL?
Stuur ons een aanvraag om deze locaties aan uw bedrijf te koppelen.
Dit kunt u melden bij de planning via het digitale formulier. Zij voegen de locatie dan toe. Hier gaat echter wel een nachtrun overheen. De locatie is dan de volgende dag te gebruiken.
Nee. Aanvragen voor inspecties buiten de reguliere tijden dient u altijd per e-mail in bij de planning.
Nee. In e-CertNL worden exportinspecties aangevraagd. Echter het verplaatsen of annuleren van de inspectie aanvraag kan niet via e-CertNL. Dit dient u bij de planning te doen. Dit kunt u doen door het invullen en versturen van het digitale formulier op onze site. Dat maakt de verwerking voor de planning makkelijker en minder foutgevoelig. U hoeft maar een paar velden in te vullen en op verzenden te drukken.
TIP: plaats de link op uw bureaublad.
Kopieer de aanvraag van het te vervangen certificaat. Pas de IBP productgroep aan naar "waarmerken relacement". Voer eventueel de wijzigingen door, sla die op en open op tabblad ‘documenten’ keuzevelden. Voer hier het certificaatnummer en de waarmerkdatum van het te vervangen certificaat in.
De geldigheid van de voorraadkeuring voor verse planten en plantmateriaal is acht dagen. Voor ingevroren product is dat één jaar.
Vaak als een orderregel niet op status groen/ akkoord valt in CBN dan zit er een verschil in de productnaam en-of de exporteiskenmerken komen niet overeen. Zaak is om hier goed op te letten. Dit moet één op één overeenkomen in CBN en CKB
Een in voorraad gereedstaande hoeveelheid exportklaar product (bijvoorbeeld potplanten/ snijbloemen/ boomkwekerijproducten/ stekken/ groenten of fruit), die bij elkaar ter inspectie wordt aangeboden. De voorraad product bestaat uit de opgegeven partij(en) in het voorraadregister e-CertNL (dit zijn de orderregels). Deze kunnen gekeurd worden als ze in hal exportklaar staan maar, onder bepaalde voorwaarden, ook in de kas of het compartiment.
Momenteel is het alleen toegestaan op planten die klaar staan voor export of binnen in een kas of compartiment. Er wordt gekeken of in de toekomst, onder bepaalde voorwaarden, ook voorraadkeuringen buiten op het veld kunnen worden toegestaan. Zodra hier meer over bekend wordt dit kenbaar gemaakt.
Er is gewerkt aan een regeling die het mogelijk maakt om voorraad te inspecteren en af te boeken via het voorraadkeuringensysteem van e-CertNL. Aanmelden hiervoor kan via het digitale aanvraagformulier. De afspraken worden dan besproken en vastgelegd. Deze voorraadkeuringen moet u wel via het voorraadkeuringensysteem e-CertNL aanvragen.
De Voorwaarden erkenningsregeling voorraadkeuringen 1.2 gaan vooral over de traceerbaarheid, het gebruik van het voorraadkeuringensysteem e-CertNL en fytosanitaire garanties. Aanvullend worden er afspraken gemaakt over de uitvoering en organisatie van de exportinspectie.
Ja, alleen door de overeenkomst erkenningsregeling voorraadkeuringen VK aan te gaan is het laten inspecteren van de voorraad mogelijk. Op een andere manier is het niet mogelijk voorraad te laten keuren alles wordt dan per zending/fytosanitair certificaat gekeurd. (uitgezonderd export vaste planten)
Ja, dat is onderdeel van de voorwaarden. Alleen via dit voorraadkeuringensysteem en e-certNL bomen jonge planten (CBN) is het mogelijk de voorraad te laten inspecteren.
De schermen van het voorraadkeuringensysteem zijn vrijwel identiek aan die van de applicatie bomen jonge planten (CBN). Ook hier kunt u handmatig alles invoeren of kiezen voor uploaden vanuit een csv-bestand. Bij aanmelding voor de regeling volgt er een uitleg over de werking van dit systeem.
De basis is dat degene die de aanvraag in e-CertNL maakt de houder van de erkenning is. Als de exporteur de erkenning heeft kan hij aangeven waar hij de voorraad gekeurd wil hebben. Maar hij moet wel voor die voorraad aan de algemene voorwaarden kunnen voldoen. Als de inspectielocatie de erkenning heeft moet hij aan de voorwaarden voldoen. Beide is mogelijk. In het voorraadkeuringensysteem kan de aanvrager aangeven wie zijn voorraad mag gebruiken en exporteren.
In dit geval moet de exporteur en de expediteur een erkenning hebben.
Er mag een kopie van een PEC worden getoond tijdens de inspectie indien het Fytosanitair Registratie nummer (FRN) van de betreffende kwekerij er op vermeld staat. Staat dit er niet op is een kopie niet geldig. Een kopie PEC is echter slechts twee weken geldig (vanaf waarmerkdatum) en moet de zending begeleiden.
Een digitaal PEC wordt gezien als een kopie PEC. zie hierboven.
Dat is afhankelijk van de eisen die er gelden. Als er eisen zijn over bv de groeiplaats of teeltomstandigheden kan een pre export certificaat noodzakelijk zijn. Dit geeft de handwijzer uit e-CertNL dan ook aan. In veel gevallen zal dit aan de orde zijn. Lees de handwijzer of landeneisen (Groenteplanten, Plantuien/sjalotten en knoflook, sierteelt/boomkwekerij en zaaizaden) dus tijdig goed door. Het pre export certificaat moet dan vanuit de andere EU lidstaat komen en gaat NIET met de zending mee.
Als er door een derde land geen eisen worden gesteld over bijv. de teeltomgeving of de teeltomstandigheden worden deze producten gewoon mee-geïnspecteerd. Het enige verschil is dat in e-CertNL wel moet worden aangegeven wat de juiste herkomst is. Stelt het derde land wel eisen over bijv. de teeltomgeving of de teeltomstandigheden dan moet er een pre exportcertificaat vanuit de andere lidstaat meegestuurd te worden. Op basis hiervan kan de exportinspectie hier afgerond worden.
Aantallen afschrijven op een origineel PEC vanuit een andere EU lidstaat mag, maar uitsluitend op het originele PEC en alleen op eigen locatie. Kopie conform stempelen van een PEC is niet mogelijk en ook het omzetten van een PEC naar een NL PEC is niet aan de orde. Afschrijven op een PEC vanuit Nederland naar een andere EU lidstaat mag niet.
Omdat andere EU-lidstaten met dezelfde eisen en dekkingen van VK te maken hebben, kan het voorkomen dat u gevraagd wordt een PEC mee te leveren. U kunt deze opmaken in e-CertNL. Over het opmaken van een pre-exportcertificaat staat op onze site meer informatie.
Op de handwijzer inspectielijst is dit vermeld. Let hierbij op:
Als herkomst is EU (niet NL) Als in linkerkolom pre-exportcertificaat staat moet deze worden aangeleverd
Men kan er ook in de andere EU lidstaat ook voor kiezen om de partij daar volledig voor VK te laten keuren. Op het PEC moet dat wel heel duidelijk vermeld worden. Er moet op staan dat het aan alle eisen voor VK voldoet, en welke keuzes er voor welke organismen zijn gemaakt. Dan is een inspectie aan onze kant (van deze producten) niet meer noodzakelijk. Let wel dan is het PEC maar twee weken geldig omdat dit ook de andere eisen (dan gebied-land-teeltomstandigheden) afdekt.
Hiervoor gelden dezelfde eisen als voor bedrijven die materiaal uit een andere lidstaat laten binnenkomen. Er is een PEC noodzakelijk ook al zijn het eigen percelen.
De formats van de paspoorten vloeien voort uit uitvoeringsverordening 2017/2313/EU.
De gepresenteerde formats zijn voorbeelden waaraan een plantenpaspoort moet voldoen. In deel A van de bijlagen van 2017/2313/EU staan voorbeelden van gewone plantenpaspoorten. De geest van de wet is dat de paspoorten de informatie bevatten die in de verordening wordt vermeld en dat paspoorten in de praktijk bij deze lay-outs aansluiten.
Dit zijn de vaste elementen op het plantenpaspoort:
• in de linkerbovenhoek: de EU-vlag (in kleur of zwart-wit)
• in de rechterbovenhoek: het woord Plant Passport
• 'A' + botanische naam
• 'B' + ISO-code lidstaat, koppelteken, fytosanitair registratienummer
• 'C' + traceerbaarheidscode
• 'D' + ISO-code land van oorsprong/productie, ook als dit Nederland is.
In verordening 2017/2313/EU zijn de vormvoorschriften voor het plantenpaspoort aangegeven met een aantal voorbeelden. De vorm en grootte mogen afwijken, u kunt dus zelf kiezen voor lettertype en grootte. Wat verder van belang is: de informatie moet zichtbaar zijn, met blote oog leesbaar, geplaatst in rechthoekige of vierkante vorm, gescheiden van andere aanduidingen en afbeeldingen. De onderdelen met letters A, B , C en D moeten herkenbaar zijn.
Hiervoor verwijzen we u naar het verordening 2017/2313/EU.
Citaat: The flag of the Union may be printed in colour, or in black and white, either with white stars on black background or vice versa.
Het belangrijkst is de vlag van de EU.
De vlag van de EU moet duidelijk herkenbaar zijn. Dit wil zeggen; een rechthoekige vorm met 12 sterren geplaatst in een cirkel. Het heeft de voorkeur de vlag af te beelden in blauw met gele sterren. Andere variaties zijn echter ook mogelijk. Bijvoorbeeld:
De tekst op het plantenpaspoort moet duidelijk leesbaar zijn. Er is hierover geen kleur voorgeschreven.
Botanische namen kunnen bestaan uit 1 deel (geslacht), 2 delen (geslacht + soort) of 3 delen (geslacht + soort + cultivar).
Verordening 2017/2313/EU spreekt over 'botanische naam van de plantensoorten of taxa...' en facultatief de naam van de variëteit.
De botanische naam bij de letter A op het plantenpaspoort van een individuele plant is minimaal op geslachtsniveau, maar mag met de soort en ook cultivar/variëteit worden uitgebreid.
Zorg dat u de juiste botanische naam gebruikt. Hiervoor gebruikt u de database Searchplant.
We kennen als producten zogenaamde 'arrangementen'; bijvoorbeeld bakjes met meerdere plantengeslachten, ‘hanging baskets’ etc. In die gevallen mogen er op één plantenpaspoort meerdere geslachtsnamen vermeld worden. Het plantenpaspoort is dan op die bak, of aan die basket is bevestigd.
We kennen als producten ook zogenaamde 'mixen'. Bijvoorbeeld een tray met gemengde cactussen of orchideeën. In die gevallen mag de familienaam (bijvoorbeeld Cactaceae of Orchidaceae) gebruikt worden, in plaats van alle geslachten te noemen. Let wel: niet alle lidstaten accepteren deze werkwijze. Informeer altijd bij uw klant of dit wordt geaccepteerd.
Als in een handelseenheid meerdere geslachten aanwezig zijn, mogen ook meerdere familienamen gebruikt worden op het plantenpaspoort. Denk bijvoorbeeld aan een handelseenheid met cactussen en succulenten, die bestaat uit geslachten behorend tot de Cactaceae, Crassulaceae en Euphorbiaceae. Er moeten dan ook werkelijk planten behorend tot de genoemde families in de handelseenheid aanwezig zijn. Let wel: ook hier geldt dat sommige lidstaten slechts één botanische naam per plantenpaspoort toestaan. Informeer altijd bij uw klant of dit wordt geaccepteerd.
Bij producten die geënt zijn, gebruikt u de botanische naam van het bovenste deel. Ook als het onderste deel een andere botanische naam heeft.
Ja dit mag onder de volgende voorwaarden:
Let op, alleen een plantenpaspoort autoriseren is niet voldoende. Lees: Wat is een plantenpaspoortautorisatie? voor alle voorwaarden.
Voor het zelf aanbrengen van een plantenpaspoort kan Naktuinbouw u autoriseren. Vul het aanvraagformulier Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort digitaal in en stuur het ons per e-mail toe. Zorg ervoor dat u de juiste voorbeelden van de gebruikte plantenpaspoort uitingen (bv. hoes, steeketiket, etc.) als bijlagen meestuurt. Dit mag een foto zijn van de vorm waarin u het plantenpaspoort gaat gebruiken. Zorg ervoor dat deze duidelijk in beeld zijn. Zo kunnen wij de gegevens van het plantenpaspoort controleren. Ook moet het duidelijk zijn op welke producten u het plantenpaspoort gaat gebruiken. Bijvoorbeeld een foto van het steeketiket, tray of hoes.
Gebruikt u plantenpaspoorten die hetzelfde zijn, maar is alleen de botanische naam (bij A) anders? U hoeft dan niet elke naam aan ons voor te leggen. Controleert u dan zelf of de naam die u wilt gaan gebruiken juist is. Hiervoor gebruikt u de database Searchplant.
U wordt door Naktuinbouw geautoriseerd na het doorlopen van de volgende stappen :
Voor het volledig invullen van de autorisatie is ook het fytosanitair registratienummer en het Naktuinbouw relatienummer nodig. Zorg er dus voor dat u deze klaar hebt liggen.
Planten die aan de eis voldoen zijn herkenbaar aan een Plant Passport-PZ met een specifieke code. Door deze code is voor iedereen duidelijk dat de planten geschikt zijn voor beschermde gebieden met de Bemisia-eis. Er zijn twee codes beschikbaar, namelijk: de EPPO code: 'BEMITA' en de wetenschappelijke naam: 'Bemisia tabaci’
In de huidige wetgeving staat beschreven dat een lidstaat jaarlijks 20% van binnenkomende importzendingen moet aanhouden en toetsen op de aanwezigheid van ToBRFV. Voor origine China en Israel heeft de EU bepaald dat vanaf 2-11-2021 respectievelijk 100% en 50% van de zendingen bemonsterd moet worden. De NVWA bepaalt hoe het percentage bepaald en ingesteld wordt.
De doorlooptijd van toetsing zal ongeveer 3 weken bedragen en dit kan nog oplopen wanneer er pieken in het aanbod zijn. De monstername en het laboratoriumonderzoek komen voor rekening van de importeur. Bij een positieve toetsuitslag zal de doorlooptijd van de toetsing langer zijn, omdat de NVWA ter bevestiging een tweede toets dient uit te voeren.
Indien de bevestigingstoets (NVWA) op bijvoorbeeld een partij tomatenzaad uitwijst dat die partij positief is voor ToBRFV, heeft dat gevolgen voor alle partijen tomatenzaad die onder hetzelfde fytosanitair certificaat vallen. De toets geeft immers aan dat dit certificaat ten onrechte is afgegeven. Het gevolg hiervan is dat met ingang van 15 juli 2021 alle partijen tomatenzaad die vallen onder het bemonsterde fytosanitair certificaat geretourneerd, vernietigd of afzonderlijk getoetst moeten worden
Ja, of u nu een beëdigd monsternemer in huis heeft, of niet, u mag tijdens de importinspectie zelf het monster nemen. Echter alleen onder toezicht van de keurmeester van Naktuinbouw, die u waar hij of zij dat nodig acht van aanwijzingen voorziet.
Nee u kunt alleen zelf bemonsteren wanneer de keurmeester aanwezig is, en onder toezicht u akkoord heeft gegeven om de handelingen uit te voeren.
Het Naktuinbouw Laboratorium kan natuurlijk vanwege strikte protocollen, de aantallen op een andere manier bepalen dan u dat op uw bedrijf kunt doen. Dit kan voor kleine verschillen zorgen. Zorg er daarom ook voor dat u altijd een klein % meer zaad bemonsterd. Dit om vertraging te voorkomen.
Wanneer het laboratorium te weinig zaden vaststelt in het monster dient er een extra monster genomen te worden. Indien u zelf het monster heeft genomen zal u verzocht worden om tijdens de aanwezigheid van een Naktuinbouw keurmeester het tekort aan te vullen, het laboratorium zal pas met de toets beginnen als de benodigde hoeveelheden aanwezig zijn.
U kunt bij een gering tekort ook kiezen om de toets doorgang te laten vinden, maar u kunt dan geen rechten ontlenen aan de uitslag. Die kan dan niet gelden als exportdekking.
Als de keurmeester ervoor kiest om gecoat zaad te bemonsteren, heeft u tijdens de importinspectie de gelegenheid gekregen om aan te tonen dat het zaad gecoat is, en uitgezonderd is van bemonstering. Wanneer u geen gebruik heeft gemaakt van die gelegenheid, zal het monster alsnog getoetst worden.
Aantoonbaar gecoat zaad zullen we niet bemonsteren en onderzoeken.
Het CLIENT import systeem bepaalt voor elke aangifte per gewasregel of er wel/niet bemonsterd moet worden op basis van een door de NVWA ingesteld percentage. Per fytosanitair certificaat wordt vervolgens bepaald of er wel/niet bemonsterd moet worden. Mochten er in één aangifte meerdere regels, van hetzelfde fytosanitair certificaat geselecteerd worden dan wordt er maar één monster genomen. De zwaarste partij van dat fytosanitair certificaat wordt dan bemonsterd.
Nee, het systeem CLIENT import selecteert de productregel in CLIENT import. Per fytosanitair certificaat wordt dan wel/niet bemonsterd.
Ja, maar de selectie wel/niet bemonsteren vindt plaats op het niveau van het fytosanitair certificaat. Bij meerdere regels in CLIENT import, met hetzelfde fytosanitair certificaatnummer wordt er dus geen onderscheid gemaakt tussen de regels. Het geslacht van de bemonsterde zaden van het gehele fytosanitaire certificaat wordt vastgelegd. Dus in geval van een monster in het tomatenzaad worden alle tomatenzaden van dit fytosanitair certificaat vastgelegd.
Ja, de basis voor de vastlegging is het fuytosanitaire certificaat. Dus in geval van een monster in het tomatenzaad worden alle tomatenzaden van dit fytosanitair certificaat vastgelegd.
Nee, er mogen geen handelingen verricht worden aan partijen die zijn vastgelegd.
Nee, want als de partij onverhoopt positief getest wordt staan de verkeerde gegevens in de systemen. Dat is niet de bedoeling. Ook kan dan bv de notificatie aan het derde land niet meer gemaakt worden.
Nee, het is niet mogelijk om niet bemonsterde partijen uit hetzelfde fytosanitair certificaat (of aangifte) vrij te geven via een blokkadeformulier.
Nee, Naktuinbouw voert de inspecties uit op basis van instructies van de NVWA die gebaseerd zijn op Europese wetgeving.
Nee, voor Naktuinbouw is de aangever of agent (tussenpersoon) die een importeur gebruikt de aanvrager van de importinspectie.
Nee, Naktuinbouw heeft voor dit specifieke proces geen instructie beschikbaar voor de bedrijven. Die voor de keurmeesters is een intern document en niet voor de bedrijven.
In principe zijn gecoate zaden uitgezonderd van de verplichte monstername.
Het kan zijn dat de keurmeester twijfelt of de partij wel of niet gecoat is, u wordt als importeur dan gevraagd aan te tonen dat het product gecoat is. Bij twijfel kan de keurmeester besluiten de partij toch te bemonsteren, wanneer u bijvoorbeeld niet kunt aantonen dat het product gecoat is. Wanneer de partij bemonsterd is, is correctie niet meer mogelijk. De partij volgt dan het reguliere proces, ons laboratorium kan de toets gewoon uitvoeren.
Nee, het primen van zaad heeft geen aantoonbare invloed op de aanwezigheid van het organisme, of op de uitvoering van en het resultaat van de laboratoriumtoets die bij Naktuinbouw wordt uitgevoerd.
De aangever is voor Naktuinbouw de opdrachtgever en ontvangt de factuur voor de importinspectie dus ook voor deze monsternames.
De Uitslagen worden verstuurd aan de aangever en aan het, in ons systeem staande, e-mailadres van de inspectielocatie.
Nee, dat is niet mogelijk. De link naar de zending is het monsternummer en het lot- en/of batchnummer.
Ja, bij de uitslagbrief zit de attest als bijlage. Deze attest kan voor betreffende lot/batchnummer gebruikt worden als exportdekking.
Nee, in eerste instantie is het fytosanitair certificaat leidend, 700 gram wordt gezien als 1 partij.
Indien u de beschikking heeft over een duidelijke paklijst met 100 x 7 zakjes van verschillende batches(rassen) kan dit voor u een uitkomst bieden, en hoeft de keurmeester misschien niet te bemonsteren. Enkel en alleen een doos met meerdere zakjes erin geven geen aanleiding om de partij anders te zien dan het fytosanitair certificaat aangeeft.
Wanneer u meerdere rassen importeert op één fytosanitair certificaat, maar dit certificaat toont één enkel gewicht van een gewas, en geen rassen, dan kan een paklijst uitkomst bieden. Voorwaarden aan de paklijst zijn wel dat er:
a; duidelijk zichtbaar is dat het meerdere rassen betreft,
b; niet alleen bestaat uit partijnummers maar ook ras gegevens
c; de paklijst op enige manier aan de zending te koppelen is (bijvoorbeeld door het noemen van het fytosanitair certificaat nummer)
Er zijn twee redenen waarom Naktuinbouw inzicht wil hebben in de paklijst met rassen/variëteiten. Ten eerste omdat Naktuinbouw bij een audit moet kunnen aantonen dat de beslissingen zijn gebaseerd op feiten. Batchnummers aan zakjes in een doos geven geen garantie dat dit verschillende rassen of partijen betreffen. Dit zouden ook utility en purpose nummers kunnen zijn, die puur voor intern bedrijfsgebruik zijn bedoeld maar waar nog steeds sprake is van hetzelfde oogstmoment van één ras. De tweede reden is dat we dit bij alle bedrijven aanhouden, om een uniforme en heldere werkwijze bij de importbemonstering te bewerkstelligen, om zo voor u te voorkomen dat we verschillend handelen.
U heeft tijdens de importinspectie de gelegenheid om aan te tonen dat de geïmporteerde zending uit meerdere rassen bestaat. Wanneer u geen gebruik heeft gemaakt van deze gelegenheid wordt het monster alsnog getoetst. Ook als de keurmeester volgens u een mengmonster heeft genomen van meerdere rassen. Aantoonbaar meerdere rassen zullen wij niet in een mengen in een bemonstering.
Er geldt een jaarlijkse bijdrage zodra er meer dan twee bezoeken hebben plaatsgevonden. Daarnaast geldt voor elk bezoek een basistarief en met bijbehorend een tarief per inspectieminuut. Zodra een certificaat wordt opgemaakt in e-CertNL rekent de NVWA een bijdrage voor het gebruik van het systeem. Dit wordt door Naktuinbouw maandelijks (achteraf) gefactureerd.
De opmaak van model 2 wijkt op een aantal punten af van model 1.
Wijkt de invoervergunning (permit) uit het ontvangende land af van de landeneis? Zijn er verschillen dan dient u een Instructie Voor Invoervergunning (IVI) aan te vragen bij de NVWA. Als de bemonstering voorkomt uit een eis vanuit een permit dient u, voordat u een Instructie Voor Invoervergunning (IVI) aanvraagt, zelf na te gaan of er een toets beschikbaar is bij een erkend laboratorium (Laboratorium van Naktuinbouw, BKD of bij het NIVIP). Zie exportbemonstering aanvragen
Als de bemonstering voorkomt uit een eis vanuit een permit dient u, voordat u een Instructie Voor Invoervergunning (IVI) aanvraagt, zelf na te gaan of er een toets beschikbaar is bij een erkend laboratorium (Laboratorium van Naktuinbouw, BKD of bij het NIVIP). Zie exportbemonstering.
Er zijn twee mogelijkheden:
Dit kan via de bedrijfsgegevens in e-CertNL onder kopje elektronische certificaten. Dit op basis van het certificaatnummer, land van afgifte en de datum van afgifte.
Er wordt nog gewerkt aan een instructie. Deze plaatsen we hier zodra deze beschikbaar is.
Dit kan via de bedrijfsgegevens in e-CertNL onder kopje elektronische certificaten. Dit op basis van het certificaatnummer, land van afgifte en de datum van afgifte.
Er wordt nog gewerkt aan een instructie. Deze plaatsen we hier zodra deze beschikbaar is.
Het is mogelijk het eigen ERP-systeem te koppelen aan e-CertNL (Berichtenboek). Dit kan op diverse niveaus. Informatie hierover is terug te vinden op de site van Floricode. Voor elektronisch certificeren zijn er een aantal aanpassingen noodzakelijk.
Ook is het mogelijk om alleen de orderregel-gegevens in e-CertNL in te lezen. Dit kan via het uploaden van een CSV-bestand. Een bestaande aanvraag kan dan gekopieerd worden en de orderregel-gegevens kunnen dan ingelezen worden. Het CSV-bestand bestaat onder andere uit data die uit het bedrijfseigen systeem gehaald worden. De handleiding hiervoor staat op de site van e-CertNL.
De handleiding voor het aanmaken en/of aanpassen van csv-bestanden staat op de e-CertNL site beschreven. Een aantal vrije tekstvelden zijn, als gevolg van de invoering van elektronisch certificeren) pickup lijstjes geworden. Klik hier voor de nieuwe waardes. Gebruikers van het berichtenboek moeten hiervoor wel een aanpassing doen.
De beschrijving van de nieuwe velden voor de berichtenboekgebruikers (webservice) is beschreven op de e-CertNL site.
Per type register is de werkwijze iets anders.
a) Registers op basis van veldkeuringen in register:
De leverancier dient bij zijn partijaangifte bij Naktuinbouw (via mijnNaktuinbouw) aan te geven dat hij in het register wil worden opgenomen. Naktuinbouw neemt dit mee tijdens de veldkeuringen en geeft de NVWA door welke bedrijven in het register opgenomen mogen worden.
b) Registers op basis van labtoetsen:
De leverancier dient een exportbemonstering aan te vragen. Op het aanmeldingsformulier kan aangegeven worden of opname in het register een wens is Aanvragen exportbemonstering.